De heftigste dag in mijn voorlichtersbestaan was gisteren. Niet letterlijk, maar in 2004: de dag van de landing van André Kuipers tijdens zijn eerste ruimtevlucht. Gisteren bekeek ik de landing vanaf de bank, live op TV met zoon M (4) op schoot, maar acht jaar geleden bevond ik me tijdens de landing in het Russische vluchtleidingscentrum TSUP in Moskou. Met de schone taak om daarna, zodra Andre was aangekomen in Sterrenstad, interviews met hem te organiseren voor de aanwezige media. Die dag werd een loodzware ‘uphill battle’.
Amerikaan of Rus?
Europese astronauten ‘horen’ bij het Russische of Amerikaanse deel en dat hangt af van complexe bilaterale afspraken tussen ESA, NASA en Rusland. Het afgelopen halfjaar was Kuipers op papier een ‘Amerikaanse’ astronaut, dus vertrok hij gisteren vanuit Kazachstan naar Houston. In 2004 was dat anders: Kuipers was toen een ‘Russische kosmonaut’, en dus ging hij naar de landing meteen door naar Sterrenstad in Moskou.
Afwachten
En daar was ik met een groepje journalisten, in afwachting van André Kuipers. Van achter het hek op het militaire vliegveld van Sterrenstad keken we toe hoe de astronauten uit het vliegtuig kwamen en daarna moesten we wachten tot de Russische doktoren de astronaut fit genoeg vonden om een interview te geven.
Nieuwe ‘Pet’
En we hadden pech: er was een nieuwe ‘Pet’. In 2004 was Sterrenstad nog militair domein, en het was voor mij altijd volstrekt raadselachtig welke ‘Pet’ er precies de baas was. Er bleek een nieuwe commandant en dus waren er nieuwe regels. Voor een buitenstaander zoals ik was het volstrekt onduidelijk wat die regels precies waren (voor de meeste Russen geloof ik ook), maar het liet zich samenvatten met ‘njet’. Het resultaat was duidelijk: “no interviews”. Daar sta je dan met je journalisten en je satellietwagens van NOS en RTL Nieuws. No interviews.
Niet wanhopen
Nu had ik intussen wel geleerd niet te vroeg te wanhopen, want het Russische ruimte-apparaat was nogal ondoorgrondelijk. Eerder die maand had ik bij de lancering gestaan, ook met een groep journalisten. De dag voor de lancering trok er een gierende sneeuwstorm over Baikonour en ik stond op het platform waar de volgende ochtend de TV ploegen moesten gaan editen. Er stond een soort overkapping die ooit betere tijden had gekend, het golfplaten dak was volledig ingestort. Verder geen enkele beschutting, midden op de Kazachstaanse steppe. Dat ging, met een sneeuwstorm, een onmogelijke opdracht worden. Ik opperde tegen de tolk of we dan niet de pers-bus naar het platform konden krijgen, dan konden we daar in zitten. Ze wimpelde het direct weg: daar hadden we maanden geleden bij FSB (lees: KGB ), die verantwoordelijk was voor de veiligheid op de basis, 20 formulieren voor moeten indienen. Kansloos.
Tadaa!
De volgende ochtend: stralende zon, 20 graden -het weer in Kazachstan is nogal veranderlijk. Ik was mijn hele probleem direct vergeten en na de lancering konden de tv ploegen in een heerlijk lentezonnetje hun items monteren. En toen hoorde ik in de verte een rammelende dieselmotor aan komen. De bus. Ik keek naar de tolk. ‘heb jij…?’ Stomverbaasd schudde ze haar hoofd.
Wat?
Dus 10 dagen later in sterrenstad, na de landing, wist ik dat je in Rusland niet te snel moet wanhopen, maar ik kwam geen stap verder. Njet, no interviews. Njet, quarantaine, kan echt niet. Njet, misschien morgen. Njet. Wanhopig en chagrijnig liep ik maar eens van de persruimte beneden naar het ESA kantoor op de derde verdieping. En wie zit daar vrolijk aan tafel: André Kuipers. Mijn mond valt open. “ja maar…. Zat jij niet in quarantaine??!”. Dat bleek niet zo’n vaart te lopen. Het was een gezellig boel in het afgesloten deel en hij was even naar boven gelopen om bij te praten met collega’s. Ik legde hem mijn probleem voor, dat hem tot op dat moment uiteraard niet bekend was. Zijn oplossing: joh, breng ze maar even naar boven.
Bonzend hart
Dat liet ik me geen twee keer zeggen: ik vloog de trap af en stond binnen een minuut weer boven met drie schrijvende journalisten en NOS radio. In het keukentje, deur dicht, hart bonzend in mijn keel. Een kwartier later was de helft van m’n probleem opgelost. Alleen nu nog de – o zo belangrijke- live TV interviews…
André maakte zich er niet te druk over: wacht maar even af, komt wel goed. En dat kwam het uiteindelijk ook, plotsklaps, en op het allerallerlaatste moment. De gezelligheid –op zijn Russisch- was de ‘Pet’ uiteindelijk teveel geworden. En nadat ‘Pet’ huiswaarts was gebracht kon opeens alles. Een halfuur later waren twee live TV interviews een feit, en mocht ik instorten.
En dat heb ik toen maar gedaan…
Michel
PS: om misverstanden te voorkomen. Russische ruimtevaart, ik ben fan