twee jaar geleden begon ik met bloggen. Geen idee meer waarom, waarschijnlijk net als bij Twitter vanwege het vasthoudende ‘gedram’ van @roymeijer en @robspeekenbrink. Na 40 posts is het wel tijd voor de vraag: is dat nou een beetje nuttig voor een voorlichter? Het antwoord is ja, om uiteenlopende redenen die ik in ieder geval vooraf niet voorzien had.
‘t is leuk
Uiteraard: het is leuk om te doen, en ik krijg er veel –meestal positieve- reacties op. Het is natuurlijk goed voor de ‘personal branding’ en een leuke manier om opgedane ervaringen met vakgenoten te delen. Veel van de posts halen gaandeweg een paar duizend views, met een paar uitschieters: de Engelstalige over Russische ruimtevaart staat op eigen kracht op bijna 10.000, en twee zitten al richting de 20.000. De een geholpen door een tweet van @astro_andre, de andere door een link op GeenStijl (waarmee ik de twijfelachtige eer heb de TU Delft weblogservers te hebben laten vastlopen ;)).
Maar daarnaast zijn er gaandeweg nog vier redenen ontstaan waarom ik bloggen een nuttige bezigheid vind:
- Inzicht in het proces
Persoonlijk denk ik dat de zowel journalistiek als PR-wereld er goed aan zouden doen om transparanter te zijn over hoe nieuws tot stand komt. Het zou het verhelderend zijn en uiteindelijk de geloofwaardigheid van beide beroepsgroepen ten goede komen als het publiek wat meer inzicht zou krijgen in de persberichten, pitches en tips op basis waaruit nieuws ontstaat. Uiteraard kan dat aan beide kanten niet altijd, maar vaak ook wel (en het gebeurt gelukkig ook steeds vaker). Bloggen geeft me de mogelijkheid om inzichtelijk maken hoe ik werk, en welke keuzes en afwegingen er langskomen. Bijvoorbeeld dit blog over Majorana’s, of deze over de spagaat met 1Vandaag en Nieuwsuur. - #Nietus
Een paar blogs hergebruik ik regelmatig omdat ze aansluiten bij terugkerende discussie. De meest gerecyclede is deze over ‘het leger van persvoorlichters’. Regelmatig duikt het beeld weer op van ‘die 150.000 gemene persvoorlichters die ten strijde trekken tegen die arme 15.000 journalisten’. Bij dat beeld vallen een boel kanttekeningen te plaatsen. Dat past niet in een tweet, maar de link naar het blog wel. Andere regelmatige terugkeerders zijn ‘Poep!’ en ‘ruimte-inflatie-ergernis’. Overigens vind ik deze over Mannen die Handtekeningen Zetten van collega Roy ook een hele fijne in deze categorie. - Opbouwende kritiek
Een blog leent zich ook goed voor een kritische noot. Deze bijvoorbeeld over de NOS-verslaggeving rondom CERN, of hier over Nanopaniek door Labyrint. Het wordt gelezen door de betrokkenen en vaak meegenomen in de evaluatie. En soms draagt zo’n blog bij aan een rectificatie, zoals Hart van Nederland deed (respect!) met het item over de parachutesprong van Felix Baumgartner. Een wijze les van dit jaar was wel: niet doorschieten met kritiek, want als het niet constructief meer is, zoals de originele versie over dit interview van Omroep Max, dan leidt het tot boosheid en daar heeft niemand iets aan. - Zoekresultaten
Het domein tudelft.nl heeft een vrij goede Google ranking, daar profiteren de weblogs ook van. Bijgevolg worden blogs met een kritische kanttekening snel gevonden. Dat is handig voor bijvoorbeeld de discussie over het effect van straling op planten waar we ingezogen dreigden te worden. Mensen die iets over dat onderwerp zoeken vinden snel dit blog en dus de informatie dat dat onderzoek niet van ons was (een signaal dat we wilden afgeven). Idem dito de recente over het onderzoek van ScienceWorks. Mocht je daar meer over willen weten, dan vind ik het fijn als je mijn kanttekeningen even tegenkomt.
Beperkingen
Dat had ik natuurlijk vooraf allemaal niet bedacht. Wel heb ik me aan het begin afgevraagd of ik voldoende ‘vrij’ ben om te kunnen bloggen. Ik vertegenwoordig immers ook de universiteit, dus dat geeft beperkingen. Voor kritiek op de eigen organisatie zijn bijvoorbeeld andere –interne- middelen beter. Daarnaast leg ik blogs van het type ‘kijkje in de keuken’ wel voor publicatie aan de betrokken wetenschapper voor, al vindt iedereen het tot nu toe een prima idee wat van het proces te laten zien.
Kortom: al met al vind ik het een aanwinst, vooral in combinatie met het medium twitter. Dus moet ik de bovengenoemde collega’s wederom gelijk geven: bloggen, best nuttig.
Michel
Photo by Kaitlyn Baker on Unsplash
Ik merk ook dat bloggen de interactie tussen groepen stimuleert, door het inzicht dat je geeft in de dagelijkse praktijk, en de mogelijkheid om met elkaar in discussie te gaan via de comments.
Journalisten doen dat ook steeds meer; een mooi voorbeeld vind ik nog steeds de blog van Sacha de Boer na haar interview met NS-topman Meerstadt: http://weblogs.nos.nl/presentatoren/2012/02/05/waarom-leek-het-toch-alsof-ik-zo-onbeschoft-was-tegen-de-ns/ (en zo staan er meer op die NOS-weblog).
Helemaal leuk wordt het als je voorlichtersblogs ook doorgeplaatst worden op journalistieke platforms als DNR – http://www.denieuwereporter.nl, zoals ons beiden is overkomen.
Bloggen, dat zouden meer mensen moeten doen, dram ik dan maar een beetje door… 🙂