November 29, 2020

Het roemruchte Vogelaar interview: je kunt er iets van leren (maar wellicht niet wat je denkt)

In de helft van mijn mediatrainingen brengt een van deelnemers ‘m wel ergens in: het beruchte interview van Rutger Castricum met Ella Vogelaar. Het is alweer ruim twaalf jaar oud, maar blijkbaar zit het diep verankerd in ons geheugen. Het is een interview waar veel over gezegd is en waar je ook in morele zin veel van kunt vinden, maar dat laat ik hier even voor wat het is. Je kunt er namelijk ook wel het een en ander van leren, al is het zelden wat m’n cursisten verwachten.

Als ik het interview behandel laat ik het altijd eerst zien, met een vraag aan de deelnemers: ‘Waar gaat het nu eigenlijk precies mis, en waarom?’. Kijk, voor je doorleest, met die vraag in je achterhoofd de eerste 3 minuten van het interview nog eens terug:

Het eerste wat mij opvalt is het begin: de introductie van Rutger Castricum is genomen met strijklicht, het is avond. Bijna altijd worden dit soort stand-uppers voor de camera aan het eind van de reportage opgenomen. Dat is praktisch, want als je als journalist weet welk materiaal je hebt kun je het veel beter inleiden. En je kunt ontbrekende puzzelstukjes eventueel zelf inspreken. In dit geval is het pikant: ‘… En de grote vraag is: hoe doet ze dat nu?’. Hij weet het natuurlijk allang.

Wat daarna volgt is een serie flauwigheden, die we zonder het vervolg meteen weer vergeten zouden hebben, en die ook geen impact op de reputatie van Vogelaar zouden hebben gehad. Het interessante moment begint op 1.20m, met deze ultrakorte dialoog:

RC: “Mevrouw Vogelaar, mag ik even kort?”
RC: “Of doen we het daar eventjes, lopen we even die kant op”
EV: “Waar bent u van?”
RC: “Wij zijn van GeenStijl”
EV: “OK”
RC: “Leuk he”
EV: “Oja, ik ben u al eens tegengekomen”
RC: “Dat klopt”
EV: “Wat heerlijk dat we elkaar weer ontmoeten voor de tweede keer”
RC: “Nou zullen we een hand…”

En daar begint het eigenlijke interview, en vanaf dat punt is er eigenlijk al geen redden meer aan. Dat ze er wegloopt is niet handig, maar dat is niet het echte probleem. Wat ging hier nu mis? Voorbereiding natuurlijk. Of beter: het gebrek er aan.

Want wat wist Vogelaar eigenlijk voor ze aan dit interview begon? Ze wist wie Castricum was (vermoedelijk al voor hij die vraag beantwoordde, want hij was toen al vrij berucht in Den Haag). Maar verder? Waar gaat het interview over? Hoe lang gaat het interview duren? Vragen die ze niet heeft gesteld, laat staan dat ze zich even kon voorbereiden op wat ze wilde zeggen. En tja, dan lever je je uit aan de bedoelingen van de journalist, met in dit geval desastreuze gevolgen.

Dat kun je Castricum niet verwijten, want die heeft daar – al was het ultrakort- wel ruimte voor gegeven. “Mag ik even kort?”. Alleen heeft Vogelaar dat moment niet benut. De echte les van dit interview is dat je jezelf heel kwetsbaar maakt als je de stappen van voorbereiding niet goed doorloopt.

Dat ze die vragen niet stelt is op zichzelf niet heel raar. Dat hoeven ministers normaal gesproken nooit zelf te doen. Daar hebben ze voorlichters voor (in de perceptie van journalisten: een heel leger 😉). Die springen hier normaal gesproken tussen en maken de afspraken. Zoals toen Rutger Castricum op bezoek mocht bij Rutte in het torentje: hij kreeg precies vier minuten.

Waarom hier geen voorlichter tussensprong weet ik niet, maar ik heb wel een vermoeden. Achteraf bleek de informatie van Castricum te kloppen: Vogelaar had inderdaad Dig Istha ingehuurd, een spindokter, ‘om de boodschap van Vogelaar beter voor het voetlicht te brengen’. Beter dan haar huidige voorlichters dus. Wellicht dat ze er daardoor die dag even niet zo’n zin in hadden?

Michel


Share

You may also like...

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

This site uses Akismet to reduce spam. Learn how your comment data is processed.