“Ja, dat is heel goed. Kunt u dat nog een keer zeggen, maar dan korter?”. Elke voorlichter die met deskundigen en wetenschappers werkt kan deze zin wel dromen (en ik vermoed: elke verslaggever ook). De oorzaak is een ‘mismatch’ tussen wat de deskundige probeert te doen, en wat de journalist nodig heeft. Maxim Hartman maakte er ooit een fantastische persiflage van: ‘Mand!”. De vraag is natuurlijk: hoe voorkom je dit?
Het is op zichzelf een grappig filmpje, maar voor voorlichters en journalisten is het helemaal een feest van herkenning. Over het geniepige beginnetje -“Genoeg over seks, we gaan het hebben over antiek’- schreef ik trouwens lang geleden een ander blog: “Overlast door lesbische bavianen‘. Respect, meneer geeft geen krimp.
Dit fenomeen -‘het moet korter’- speelt vooral bij interviews voor bijvoorbeeld het Journaal of RTL Nieuws. De journalist komt langs om een aantal ‘quotes’ op te halen. De verslaggever heeft een paar bondige stukjes van de deskundige nodig, van een seconde of 10-20. Daarvan monteert hij/zij in de studio een item, samen met bijvoorbeeld quotes van een ander spreker, animatiemateriaal of feiten en cijfers, een stukje voice-over of een ‘stand-upper’ waarbij de verslaggever een deel van het verhaal vertelt.
Zodra de verslaggever binnenkomt, staan de contouren van het verhaal meestal al min of meer vast. De grote lijn heeft de redactie de dag ervoor al uitgewerkt en de journalist heeft de hoofdlijnen van het verhaal al in zijn hoofd.
Terwijl de deskundige praat is de journalist dus continue aan het afwegen of hij deze quote kan gebruiken in het item. De journalist zoekt puzzelstukjes waarmee hij de terug op de redactie de puzzel kan leggen.
Helaas voor de journalist is dat meestal niet wat deskundigen voor hun camera doen. Die willen graag ‘het hele verhaal’ vertellen. Dat past alleen niet in een journaalitem. En praat je een beetje snel – en dat doen veel mensen onder druk van een camera – dan kan de journalist ook moeilijk ‘knippen’: een quote van 10-20 seconden uit je betoog halen.
En dan krijg je dus het fenomeen in ‘Mand!’: de journalist detecteert dat de deskundige iets bruikbaars zegt, maar in een veel te lang betoog. “Kunt u dat nog een keer vertellen, maar dan korter?” Voor de meeste geïnterviewden is dat vervelend. De eerste keer lukt het nog wel, maar de tweede keer is al een stuk lastiger. De derde keer nog lastiger, en daarna blokkeren mensen: MAND! Briljant gepersifleerd door Hartman.
Verslaggevers lossen dat in de praktijk vaak op door een paar andere vragen te stellen, antwoorden die ze meestal sowieso niet gaan gebruiken. Het haalt de geïnterviewde uit de kramp, waarna ze een nieuwe poging kunnen wagen die bondige krachtige quote te krijgen die ze nodig hebben.
Als je zelf voor de camera staat is het handig te zorgen dat je goed weet welke quotes de journalist van je nodig heeft. Wat is het verhaal dat hij/zij gaat maken? Hoe past jouw quote daarin? Wie zit er nog meer in het verhaal? Het kan je veel tijd schelen. Een goed voorbereid (zie 70-20-10) quote-interview kan in een kwartiertje, een slecht voorbereid interview kan soms uitmonden in een worsteling van een uur of langer.
Wat ‘Meneer Mand’ er achteraf zelf van vond kun je trouwens hier terugkijken. Een interview waar ik zo ook weer een blog over zou kunnen schrijven… 😉
Michel