Het is een beetje beroepsdeformatie, maar bij interviews op TV kijk ik altijd hoe mensen hun handen houden. Het is een prima indicatie of ze mediatraining gehad hebben. De absolute ‘mijnkanarie’ voor mediatraining? Handen op navelhoogte, en losjes 1 vinger vasthouden. Mark Rutte (die geen actieve herinnering heeft aan mediatraining) is er een mooi voorbeeld van. Zelf besteed ik in de praktijk nauwelijks aandacht aan lichaamstaal. Dat is een bewuste keuze, want als je niet oppast werkt het zelfs averechts.
Als het over lichaamstaal gaat kom je al snel bij de mythe van Mehrabian uit. De naam Albert Mehrabian zegt je wellicht niets, maar de uitkomst van zijn onderzoek ken je zeker: ‘93% van alle communicatie is non-verbaal’. Het heeft gezorgd voor een tot een grote focus op non-verbale communicatie, ook in media- en presentatietrainingen, maar er is een probleem: het klopt niet, althans: niet op die manier.
Het is ook niet wat Mehrabian in 1971 heeft onderzocht. Het roemruchte boek stelt dat de emotie of opvatting die iemand heeft, voor 93% via intonatie en lichaamstaal wordt overgedragen. Het gaat dus niet over het overdragen van informatie, maar over de emotie die je er bij hebt. Als je in een interview zegt dat je superblij bent met een gebeurtenis (denk even aan voetbaltrainers) terwijl dat eigenlijk helemaal niet zo is, dan lezen mensen dat laatste via je non-verbale communicatie. Het is dus in een interview niet onbelangrijk, maar lang niet zo belangrijk als de mythe zegt.
Als ik training geef zie ik in de eerste oefenronde bij iedereen ‘lichaamstaaldingetjes’: armen strak over elkaar, wegkijken, wiebelen etc. Het een grote valkuil om mensen daar dan meteen op bij te sturen. Het zijn namelijk altijd uitingen van nervositeit en spanning, en je lichaamstaal verraadt dat. Symptoombestrijding is natuurlijk niet de oplossing en verergert de problemen: én aan je boodschap moeten denken, én aan lichaamstaaldingetjes, dat is voor je brein onder spanning teveel gevraagd.
Het werkt veel beter om mensen comfort te geven, door ze te leren het interview te zien als een (serieus) spel. Als je mensen inzicht geeft in de ongeschreven spelregels rondom een interview en laat voelen wat het effect is van goede voorbereiding, dan verdwijnt veel van de spanning. Mensen voelen zich zekerder, en dat zie je. En als de spanning verdwijnt, dan verdwijnen 90% van de lichaamstaalproblemen als sneeuw voor de zon.
Soms gebeurt het dat iemand bij het laatste rondje oefeninterviews nog steeds een gedraging vertoont die de aandacht van de boodschap afleidt. Dan – en wat mij betreft alleen dan- is het nodig daar toch iets aan te doen. Dat geldt bijvoorbeeld voor mezelf: ik heb bij interviews de neiging met mijn ogen heen en weer te schieten als ik moet nadenken. Dat oogt heel schichtig. Dus ik weet dat ik goed oogcontact moet houden, en dat is een simpele ‘taak’ die ik er tijdens een interview prima bij kan hebben.
En mocht je toch worstelen met de vraag ‘ja, maar waar laat ik nou mijn handen?’. Het antwoord is simpel: waar jij het comfortabel vindt. Als je het niet weet, houdt ze dan los op navelhoogte. Zolang je maar niet vervalt in ‘losjes je vinger vasthouden’… 😉.
Michel