‘Dit is een enorm probleem, en daar moeten we wat aan doen’. Het zijn ogenschijnlijk kleine, maar gevaarlijke zinnetjes in een deskundigen-interview. Dat komt door het woordje ‘we’. Wetenschappers gebruiken het woord graag, weet ik uit trainingen, maar de vraag is altijd: wie bedoel je eigenlijk met ‘we’? En hoort de journalist (en luisteraar of TV-kijker) dezelfde ‘we’? Grote kans dat hij of zij ‘we’ heel anders invult dan jij bedoelt. Daarmee kan je flinke verwarring creëren en het interview voor jezelf onnodig lastig maken. Het goede nieuws: het is gelukkig makkelijk op te lossen.
‘We’ is een multi-interpretabel woord. De spreker kan er mee bedoelen ‘de maatschappij’, maar ook bijvoorbeeld zijn vakgroep. En vaak bedoelt hij of zij eigenlijk gewoon ‘ik’. Vooral in de wetenschap hoor je deze vorm van ‘we’ veel, want wetenschappers hebben moeite met ‘ik’. Dat is logisch, want wetenschap is nooit een solo-activiteit: onderzoek doe je met een hele vakgroep, en meestal zelfs met een collectief van vakgroepen van verschillende universiteiten, in verschillende landen. En dan voelt ‘ik’ erg ongemakkelijk, het voelt alsof je onrecht doet aan alle andere betrokkenen.
Dus gebruiken ze vaak ‘we’, maar dat is een link woordje. Het kan alles betekenen tussen ‘ik’ en ‘de hele wereld’. Het probleem is dat de luisteraar dat er zelf uit moet destilleren. En daar beginnen de problemen. Want waar de spreker ‘de hele wereld’ bedoelt, hoort de luisteraar ‘ik’, of andersom. De logische vervolgvraag voor de journalist is dan “en wat gaat u daar dan aan doen?”. Voor je het weet heb je jezelf verantwoordelijk gemaakt voor een probleem waar je helemaal niet verantwoordelijk voor bent. Je kunt zo aardig klem raken.
Gelukkig is het probleem simpel op te lossen: benoem de ‘we’. Het is even wennen, maar je kunt ‘we’ bijna altijd vervangen door iets concreters. ‘De Universiteit Twente’, ‘de minister’, ‘onze vakgroep’, of simpelweg gewoon ‘ik’. Dan ben je meteen van alle mogelijke misverstanden verlost.
En ja, je moet natuurlijk niet overdrijven , want dan krijg je de bij de wat oudere lezer bekende klassieker ‘Hoe vaak mag ik zeggen dat ik van Akzo ben?’. Het hoeft niet in elke zin, maar wel vaak genoeg om te zorgen dat het glashelder is wat je bedoelt.
Michel
Photo by Gene Gallin on Unsplash